Voor wij aan onze tocht begonnen gingen wij er vanuit dat we veel in onze tent zouden slapen en daarnaast ook af en toe gebruik zouden maken van de hutten in NZ. De praktijk blijkt echter anders, want we slapen nauwelijks in onze tent en juist vooral in de hutten. Dit heeft een aantal redenen. De belangrijkste is wel dat het vaak onmogelijk is om een plek te vinden waar je je tent op kan zetten: te stijl, te rotsig, te lastige vegetatie zoals grote pollen en prikkende struiken. Een 2de reden is ook dat het bijna iedere dag wel even regent (of je bent nat geworden van de rivier oversteken). Je natte kleding is beter te drogen in een hut dan in een tent. Daarnaast liggen ze vaak op een praktische afstand van elkaar, zodat je je etappes er makkelijk op aan kan passen.
Al met al is dit reden genoeg om even bij de hutten stil te staan.
Nieuw Zeeland telt ongeveer 1000 zogenaamde ‘backcountry hutten’, die beheerd worden door de DOC (Department Of Conservation). Misschien in Nederland nog het meest te vergelijken met Staatsbosbeheer, maar met een veel groter pakket aan taken en bevoegdheden.
Deze hutten staan verdeeld over de afgelegen natuurgebieden van de eilanden. Al deze hutten worden nu gebruikt door liefhebbers van de ‘backcountry’. Veel van de hutten zijn voor het toerisme neergezet, maar zeker niet allemaal. In de jaren 50 van de vorige eeuw zijn in de bossen veel hutten gebouwd als onderkomens voor de houthakkers. Het hout oogsten is doorgegaan tot in de jaren 70, waarna de hutten buiten gebruik raakten. De overheid heeft daarna besloten ze toegankelijk te maken en te houden voor de liefhebbers.
De grootte van de hut kan erg verschillen. Sommige kleine hutten bieden plaats aan slechts 2 personen, terwijl in toeristische gebieden het aantal matrassen boven de 30 kan zijn.
De meeste hutten die wij tegen zijn gekomen hebben 6 bedden.
Alle hutten , groot en klein, werken min of meer hetzelfde:
- Ze zijn onbemand. Betaling via ‘honesty box’
- Er is geen eten verkrijgbaar en er zijn geen keuken fasciliteiten. Zelf je pannen en brandertje meenemen dus.
- Er zijn alleen een soort van stapelbedden: houten frame met 2 of 3 lagen met matrassen.
- Onder de boomgrens is er een kachel of open haard. (Zelf hout sprokkelen). Boven de boomgrens is het koud.
- Toilet is een ‘long drop’ droog toilet in een apart gebouwtje buiten de hut.
- Je wordt geacht zelf de hut schoon achter te laten en het haardhout aan te vullen.
Het is overigens een hele voordelige manier van overnachten. Een pas die een half jaar lang toegang geeft tot de meeste hutten kost ca €65,- pp. Wanneer je geen pas koopt betaal je tussen de 3 en 12 euro voor een overnachting.
Door het zeer uitgebreide netwerk is het een uniek systeem, waar we met veel plezier gebruik van maken.
De foto’s zullen het misschien wat verduidelijken.
Wat een mooi verslag. Zijn het vast gestelde routes die jullie lopen of zoeken
jullie alles zelf uit? Hebben jullie ook last van overstromingen gehad of gezien.? Ik heb weer genoten. Goedereis verder en blijf genieten en verwonderen Doe ik ook. Dag,